Op de terreinen rond Flanders Expo wordt er intens archeologisch onderzoek uitgevoerd. Bij de bouw van Flanders Expo in de jaren 1980 troffen archeologen van de Universiteit Gent sporen aan uit de IJzertijd, een Romeins grafveld, een Romeinse nederzetting en een middeleeuwse boerderij. Daarom wordt er vóór de uitvoering van het nieuwe project The Loop opnieuw geopteerd voor archeologisch onderzoek. Al van bij de start van het project werd de Dienst Stadsarcheologie betrokken. De uitvoering van archeologisch vooronderzoek, gedragen door de projectontwikkelaars, maakt deel uit van het Milieu Effectenrapport.
Dit ligt geheel in de lijn van het Europese Verdrag van Malta. Dat verdrag beklemtoont de verantwoordelijkheid van projectontwikkelaars en verplicht hen tot organisatie en financiering van archeologisch onderzoek voorafgaand aan de werkzaamheden. Die verantwoordelijkheid werd hier opgenomen door het Stadsontwikkelingsbedrijf Gent. De dagelijkse leiding was in handen van archeologen Johan Hoorne en Caroline Ryssaert. Om te bepalen of er een vlakdekkende opgraving nodig was, werd er gestart met het graven van een aantal proefsleuven. De sleuven worden om de 10 tot 15 meter getrokken. Op basis van de aangetroffen sporen tijdens dit proefonderzoek werd er beslist dat er een grootschalige opgraving nodig was.
De resultaten van het onderzoek zijn vrij belangrijk en getuigen van het rijke prestedelijke verleden dicht bij de samenvloeiing van Leie en Schelde. De oudste grondverkleuringen zijn van drie grafkuilen uit het Finaal Neolithicum (ca. 3000-2100 voor onze tijdrekening). In de vulling van één van de kuilen werden een kleine gepolijste bijl, een vuurstenen schrabber en scherven van een versierde klokbeker teruggevonden. Een groot aantal sporen zijn toe te schrijven aan een drietal boerderijen uit de Vroege IJzertijd. Deze waren niet gelijktijdig in gebruik, maar verplaatsten zich wellicht naargelang de gronden uitgeput waren. Uit de Late IJzertijd stammen dan weer een tweetal zones met paalsporen en kuilen, waarin zelfs een 12 meter lang gebouw werd herkend. Naast wat scherven van potten werden ook enkele weefgewichten, huttenleem en zelfs twee slingerkogels aangetroffen.
De Romeinse aanwezigheid bleek uit enkele vrij grote paalsporen, kuilen en drie waterputten. De boerderijen daarnaast bestonden telkens uit één hoofdgebouw, één waterput en enkele bijgebouwtjes. Opvallend is de aanwezigheid van talrijke vondsten zoals enkele bijna volledige potten, twee bronzen mantelspelden, een zevental slijpstenen en een goed bewaarde maalsteen. Ook een tweetal Romeinse brandrestengraven zijn het vermelden waard. Dit zijn kuilen waarin resten van de brandstapel werden gedeponeerd. De laatste sporen die dienen onderzocht te worden zijn de drie Romeinse waterputten, die vaak een schat aan informatie blijken te herbergen.
Op de terreinen tussen de Poortakkerstraat en de parking ten westen van de Adolphe Pégoudlaan werden ook proefsleuven getrokken. Naast twee Romeinse brandrestengraven en sporen met ijzertijdaardewerk ontdekten de archeologen een nederzetting uit de vroege middeleeuwen. Over de bewoning in Vlaanderen tijdens deze periode zijn weinig gegevens beschikbaar. Daarnaast werden laatmiddeleeuwse grachten en kuilen blootgelegd die deel uitmaakten van een landbouwcomplex. Binnenkort gaat dan een nieuw archeologisch onderzoek van start op de terreinen waar het IKEA project zal worden gerealiseerd.
Guido Van Peeterssen.
zondag 30 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten