Bodemsanering wordt vaak louter als een probleem gezien. Toch zijn er heel wat positieve kanten aan verbonden. Vele duizenden mensen komen aan de kost met activiteiten in de bodemsanering, het is ook een belangrijke hefboom in de verdere ontwikkeling van ons land. Onbenutte oppervlakten worden terug gebruiksklaar gemaakt, stadskankers worden opgeruimd, gevaren voor de volksgezondheid worden weggewerkt. Vlaanderen heeft nood aan nieuwe bedrijfsterreinen, ruimte voor te wonen, natuur- en landbouwgebieden. Alleen al in de provincie Antwerpen liggen 250 hectaren bedrijfsterreinen onbenut wegens een saneringsproblematiek.
Maar vaak betekent een sanering ook een hele opluchting als na jaren onzekerheid men door een goede sanering het probleem niet meer meezeult. Recente evoluties in wetgeving kunnen echter een achteruitstelling betekenen om op lange termijn tot een duurzame oplossing te komen voor de bodemverontreiningen. Vlaanderen mag dan inzake regelgeving een koploper zijn in de bodemsanering in Europa, wanneer het neerkomt op de vertaling van deze wetgeving naar praktische uitvoering dan blinkt deze regelgeving niet uit in duidelijkheid. Dit heeft als gevolg dat de betrokken decreten en uitvoeringsbesluiten nog te vaak worden gebruikt om niet te moeten saneren.
De sector vraagt dan ook een transparante en eenvoudigere regelgeving met de focus op kwaliteitsvol onderzoek en saneren én een efficiënte controle. De verschillende diensten controleren nu zonder veel onderlinge coördinatie altijd dezelfde bedrijven terwijl de echte illegale grondcircuits te weinig worden aangepakt. Saneringen dienen ook kwaliteitsvol te zijn. Als te veel wordt bespaard op de sanering en er nog verontreiniging achterblijft zal het probleem na enkele jaren wellicht weer opduiken. Over heel wat verontreinigende stoffen staat onze kennis ook nog maar in de kinderschoenen en zijn de effecten op de volksgezondheid nog onvoldoende gekend.
De overheid moet meer het voorbeeld geven. Nu merkt de sector dat het vaak de diverse overheden zijn die proberen hun saneringsplicht te ontlopen ook al zijn zij duidelijk de vervuiler. De bodemsaneringsector bestaat ook uit tal van Vlaamse bedrijven met heel wat deskundigheid. Deze bedrijven staan hun mannetje op de internationale markt en scheppen extra toegevoegde waarde ten dienste van de verdere economische ontwikkeling van Vlaanderen. Maar levensbelangrijk daarbij is een goede thuismarkt. Ook al groeit deze, het is met horten en stoten en zeker niet in die mate zoals het destijds vooropgesteld werd. De saneringssector heeft nood een aan versnelling in de bodemsanering. Vlaanderen kiest nog te weinig resoluut voor het onderzoeken en saneren van haar industrieel passief.
Grondreinigers (FEBEM), aannemers actief in de bodemsanering (OVB) en deskundigen (VEB) presenteren op 22 november hun visie op het bodemsaneringsbeleid en laten daarbij ook heel wat ervaringsdeskundigen aan het woord. Daarbij worden zowel financiële, juridische als gezondheidsaspecten belicht. De bodemsaneringsector in Vlaanderen stelt momenteel 5.000 mensen te werk. Volgens een recente studie is bovendien gebleken dat de totale omzet 500 miljoen euro bedraagt. De grondreinigers in Vlaanderen verwerkten vorig jaar 1 miljoen ton grond (waarvan 600.000 ton via een biologisch proces, 350.000 ton chemisch en 50.000 ton thermisch). Daarnaast werken ruim 500 personen bij de ongeveer 100 erkende bodemsaneringdeskundigen en is er een belangrijke onrechtstreekse tewerkstelling (machinebouw, ingenieursbureaus, labo's, advocaten, boorfirma's). Ook bij de overheid werken heel wat mensen al in dit beleidsdomein.
Het congres vindt plaats op 22 november tussen 13u en 17u30 in Technopolis Mechelen. Link: www.bodemcongres.be
Guido Van Peeterssen
zondag 30 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten