zondag 30 december 2007

Geschiedenis van de bladwijzer in universiteitsbibliotheek.

Wie kent ze niet: de praktische boekenwijzers, eeuwenoud, eenvoudig en toch een boeiende geschiedenis. In de Universiteitsbibliotheek van de UGent kan men tot 21 december de vitrine “Van boeklint tot bookmark: bladwijzers” bewonderen. De vitrine geeft een overzicht van de enorme diversiteit in het markeren van lectuur: leeslinten, “liseuses”, allerlei vormen van boekenleggers en clips, leeslampjes en leesringen, ”oneigenlijke” bladwijzers en bookmarks op de computer.

De behoefte om de plek ter markeren waar gestopt is met lezen is eeuwenoud. Een legende uit de zevende eeuw vertelt dat een Ierse monnik een vlieg dwong om te blijven zitten op een bepaalde regel tot hij zijn lectuur opnieuw opnam. In de Middeleeuwen werden snoeren gebruikt, soms voorzien van een draaischijfje om de kolommen aan te geven. Het leeslint, door de boekbinder vastgemaakt in de boekband, was vanaf de zestiende eeuw een beschaafd alternatief voor het barbaarse gebruik van het omplooien van de hoek van een blad, het “ezelsoor” als merkteken. “Opstekers” of “clips” van papier of metaal zijn tot op vandaag een ander alternatief. Een combinatie van papiersnijder (boeken werden vaak onbesneden aangeboden) met bladwijzer kwam ook voor.

Vanaf het midden van de negentiende eeuw werd de bladwijzer een hype: geweven of geborduurd, van geperforeerd papier om kant te imiteren, van leder of simpelweg van papier. Men kon kiezen uit neogotiek, arts and crafts, art nouveau. De commercie ontdekte het belang van de bladwijzer als drager van een boodschap. Ook halffabricaten met mogelijkheid tot eigen opdruk werden aangeboden. Een tweede hoogtepunt volgde in het interbellum, de jaren 1920-1939. In de jaren 1950 werden opnieuw tal van bladwijzers uitgegeven, niet alleen van papier maar ook van celluloid, leder en plastic, en in alle mogelijke vormen, zelfs meetlatjes. Dan volgde er een dipje, maar in de jaren 1980 kwam de bladwijzer terug. Tot op vandaag is er een gigantische en vaak kwaliteitsvolle productie, van eenvoudige bladwijzers tot ingewikkelde kapvormen, bestemd voor het bekendmaken van de meest diverse dingen tot en met goede doelen, jubilea en tentoonstellingen. Soms zijn de ontwerpen van bekende kunstenaars.

Het verzamelen van bladwijzers is vooral populair in het buitenland. Daar zijn er heel wat verenigingen, ruilbeurzen en tentoonstellingen. In België blijft het nog bij een niet gestructureerde particuliere interesse. Norbert Poulain, de samensteller van de tentoonstelling, verzamelt zelf boekenwijzers: “Dat is gegroeid met de jaren: ik werk 37 jaar in de Boekentoren en nu op mijn zestigste stop ik ermee”. De vitrine, met bruiklenen uit binnen- en buitenland wordt van 26 november tot 21 december opgesteld in de Universiteitsbibliotheek (de Boekentoren van Henry van de Velde) Rozier 9 te Gent. De begeleidende publicatie is een nummer van het tijdschrift Vorm, Filosofie & Gaga op 125 genummerde exemplaren met een kaft van aluminium ontworpen door Georgette Caese. Auteurs: Francis Bekemans, Henk de Hoog, Johan De Vos, Jean-Paul Den Haerinck, Georg Hartong, Norbert Poulain, Ward Ruyslinck, Joe Stephenson, Jan Van Herreweghe en Sylvia Van Peteghem.

Guido Van Peeterssen.

Geen opmerkingen: