Nadat de Nederlandse minister Maxime Verhagen de Iraanse ambassadeur ontboden heeft om zijn verontwaardiging over de steniging van een Iraanse man uit te spreken heeft nu ook de Belgische minister Karel De Gucht met verontwaardiging deze gruwelijke en barbaarse steniging veroordeeld. Jafar Kihani werd geëxecuteerd op 5 juli 2007 te Agche Kanc (provincie Qavzin, westelijk van Teheran) wegens overspel. Volgens de Iraanse autoriteiten is steniging de straf die de islamitische wet voorziet voor elke vorm van buitenechtelijke relatie. Minister De Gucht is eveneens bevreesd voor de op til zijnde executie van Mevrouw Mokarrameh Ebrahimi, de partner van Jafar Kihani.
Minister De Gucht heeft aan de Iraanse vice-minister van Binnenlandse zaken, de Heer Javad Ali Akbarian, aanwezig op het Algemeen Forum ‘Migratie en ontwikkeling’ zijn verontwaardiging herhaald. De executie is een flagrante inbreuk op het Internationaal pact van de civele en politieke rechten en de Universele verklaring van de rechten van de mens. Het gaat om twee internationale instrumenten die Iran onderschreven en geratificeerd heeft. De twee uitspraken zijn voorts een inbreuk op het moratorium op steniging dat Iran geacht werd ingesteld te hebben sinds 2002. Tenslotte is deze handelswijze in tegenstelling met de Verklaring over de Bescherming van personen tegen marteling en elke andere vorm van wrede, inhumane of vernederende behandeling of bestraffing, aangenomen door de VN Algemene Vergadering met Resolutie 3452 van 9 december 1975.
Kiyani en zijn vrouwelijke partner Mokkarremeh Ebrahimi zaten ruim tien jaar vast in afwachting van de terechtstelling. De Europese Unie had op 20 juni de Iraanse regering nog opgeroepen het vonnis niet uit te voeren. Iran had hierop laten weten dat de mogelijkheid van steniging sinds december 2002 opgeschort was en dat dit nog steeds gold. Desondanks is Kiyani gestenigd. Minister De Gucht roept nu de Iraanse autoriteiten op de executie van Mevrouw Mokarrameh Ebrahimi te annuleren en zich te schikken naar de internationale en nationale afspraken. Merkwaardig is dat deze zaak al jaren aansleept en beide beklaagde bijna 11 jaar in gevangenschap doorbrengen dit gruwelijke vonnis tot op heden zo weinig internationaal protest te weeg brengt. Of is het wapen van de olie dan toch zo machtig?
Guido Van Peeterssen.
zaterdag 29 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten