Zaterdagmiddag heeft één van de bezoekers van het Gravensteen, een vrouw uit Deinze, zelfmoord gepleegd door van de Donjon van het Gentse Gravensteen te springen. De Donjon is de hoogste plek uit de omgeving en is ook de plaats waar op 25 juni 2002 een 22-jarige vrouw zich van het leven beroofde door van de donjon van het Gravensteen te springen. Op deze plaats sprong op 14 januari 2002 een 17-jarige scholier van de 30 meter hoge donjon. In beide gevallen was het duidelijk dat het om een zelfdoding ging. Specialisten waarschuwden destijds voor imitatiegedrag.
De wanhoopsdaad van de vrouw uit Deinze gebeurde zaterdagnamiddag. Door het mooie weer was er veel volk in het Gravensteen, maar niemand had iets vreemds opgemerkt, ook het personeel niet. De vrouw heeft eerst nog het museum bezocht, waar folterwerktuigen worden tentoongesteld. Volgens Geert Van Doorne van de dienst Monumentenzorg is het personeel getraind om opmerkzaam te zijn. Als iemand zich vreemd gedraagt wordt die persoon altijd gevolgd, en als het nodig is, wordt ingegrepen. Na haar bezoek nam de vrouw de trappen naar de donjon, de hoogste toren in het midden van het Gravensteen. Daar klom zij van het oostelijke terras over de kantelen, die ongeveer twee meter hoog zijn, en stortte zich onder het oog van getuigen twintig meter diep naar beneden. Het Gravensteen werd ontruimd en vergrendeld en het personeel werd opgevangen door de dienst slachtofferhulp van de politie.
Juni 2002 antwoordde schepen van Rouveroij nog op een vraag van Ortwin Depoortere over de veiligheidsrisico’s van het Gravensteen en meerbepaald over zelfdoding: “Voor de bezoekers houdt het Gravensteen geen enkel veiligheidsrisico in. Daar zijn nooit ongevallen. Maar zelfdoders creëren hun eigen veiligheidsrisico door ergens op te klimmen en daar moedwillig van te springen. Dit kan niet worden verhinderd omdat de betrokkenen er alles voor doen om hun daad en de voorbereidingen ertoe voor de toezichters en het overige publiek verborgen te houden. Een verdacht personage is in dit complexe gebouw en binnen de grote menigte van bezoekers niet te detecteren”.
Aan de kassa wordt door de onthaalbedienden goed toegekeken op afwijkend gedrag en veel mensen wordt effectief de toegang geweigerd: herrieschoppers, vandalen, verslaafden, enzovoort. Potentiële zelfdoders zijn echter zeer moeilijk te identificeren. Communicatie tussen de kassa, die door de onthaalbediende niet mag worden verlaten, en het personeel in de donjon is niet gemakkelijk. Er is een GSM, maar walkietalkie is geweigerd omdat voor het Gravensteen geen radiofrequentie kan worden vrijgegeven.
Het afsluiten van het platform van de donjon zou de bezoekers ten onrechte beroven van het prachtig vergezicht over de stad. De belangrijkste opdracht van het personeel is toezicht te houden op de museumcollecties in het Wapenmuseum en in het Gerechtsmuseum. Die opdracht zou in het gedrang komen als men ook nog eens de donjon permanent bemand moet worden. Bovendien mogen minderjarigen zonder begeleiding niet eens het kasteel binnen. Het weigeren van de toegang tot de donjon aan meerderjarigen wanneer als zij alleen zijn, zal niet verhinderen dat zij zich op het platform opnieuw zouden isoleren om te springen. Uit onderzoek blijkt dat de organisatie van het bezoek aan het Gravensteen voldoet aan alle vereisten en dat de vrijwillig gezochte dood daar evenmin als elders kan worden voorkomen of verhinderd. Lees ook dit artikel in De Standaard
Guido Van Peeterssen.
zaterdag 29 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten